Overzicht faunaschadecijfers
De das is een van de diersoorten die in Limburg schade veroorzaakt aan maispercelen.
Maisschade kost provincies jaarlijks ruim 1 miljoen euro
Faunaschade aan mais kost provincies jaarlijks ruim 1 miljoen euro. Vooral de provincie Limburg heeft te maken met hoge kosten. De provincie betaalde vorig jaar bijna 2 ton aan maisschade. In 2021 deed BIJ12 in samenwerking met taxatiebureau Van Ameyde Waarderingen en de provincie Limburg een proef om met hulp van drones schade aan mais in kaart te brengen. De resultaten waren succesvol, waarna besloten is de inzet van drones in heel Limburg toe te passen. In deze publicatie leest u meer over maisschade, de wijze van taxeren, de pilot in Limburg en het voorkomen en bestrijden van faunaschade aan mais.
Faunaschade in alle provincies
Provincies hebben in 2021 bijna 37 miljoen euro aan tegemoetkomingen in faunaschade uitgekeerd. Het gaat hierbij alleen om schade waarvoor een tegemoetkoming is uitgekeerd. Een deel van de faunaschade, bijvoorbeeld schade door uitheemse diersoorten, of schade die om andere redenen niet gemeld wordt, blijft dus buiten beeld. Ook is er verschil tussen getaxeerde schade en de uitgekeerde schade. Getaxeerde schade is schade die gemeten is door de taxateur. De uitgekeerde schade is het bedrag dat de grondgebruiker ontvangt. Dit is soms lager dan de getaxeerde waarde, omdat grondgebruiker in sommige gevallen een eigen risico heeft.


De meeste schade in 2021 ontstond aan grasland dat vooral door ganzen werd veroorzaakt. Op de tweede plaats staat snijmais. Het gaat dan om snij- of korrelmais dat allebei als veevoer gebruikt wordt. Alle provincies samen betaalden in 2021 € 1.135.627 aan tegemoetkomingen in schade aan snijmais.

De Monitor Faunaschade geeft de mogelijkheid om per provincie, diersoort, gewas en jaar faunaschadecijfers op te vragen.
Vooral maisschade in Limburg
De provincie Limburg betaalde in 2021 € 669.841 aan tegemoetkomingen in faunaschade. Daarvan ging een bedrag van € 189.704 naar maisschade. Dit bedrag is veel hoger dan in andere provincies omdat in Limburg veel meer mais verbouwd wordt. Ook zijn hier naar verhouding meer dassen aanwezig. Samen met zwijnen veroorzaken zij de meeste schade aan mais.

Schadeveroorzakende diersoorten
Faunaschade aan mais kan zich op twee momenten voordoen: na de inzaai in de eerste fase van de groei (april/mei) en in de fase dat het gewas afrijpt (augustus/september). De schade wordt veroorzaakt door verschillende diersoorten. In onderstaande tabel ziet u dat dassen en wilde zwijnen voor de meeste schade zorgen.

Dassen veroorzaken vooral schade aan afrijpende mais. Ze breken de stengel af en eten vervolgens van de kolf. Soms veroorzaken dassen ook schade door het graven van bijburchten in maïsakkers en door het opgraven van zaaigoed. Ook wilde zwijnen houden van afrijpende mais. Ze breken vaak de hele stengel om de kolf op te eten. Ook beschadigen ze planten door in het perceel te lopen, te liggen, te rollen en te wroeten. Vogels zoals kraaien, kauwen en roeken, zijn juist dol op de zaden van jonge maisplantjes. De afgelopen jaren steeg de schade aan jonge maisplanten vooral door roeken. In 2019 was dit ongeveer € 83.000, in 2021 was dit bijna € 750.000. Dit komt onder meer doordat gebruik van het gewasbeschermingsmiddel Mesurol sinds 2020 verboden is. BIJ12 laat op dit moment onderzoek doen naar het gebruik van duurzame alternatieve middelen om schade door roeken te voorkomen. De resultaten daarvan worden in het najaar van 2022 verwacht.