Jaaroverzicht wolvendata
De Noord-Veluwe.
Fotograaf: Mariëlle van Uitert.
Inleiding
De wolf keerde in 2015 terug naar Nederland en vestigde zich in 2018 voor het eerst op de Veluwe. In 2019 vormde zich daar het eerste paar, dat datzelfde jaar jongen kreeg. Zij vormden de eerste wolvenroedel in Nederland. Inmiddels zijn er in Nederland meerdere gevestigde wolven en roedels. Daarnaast zijn er in Nederland doorlopend enkele zwervende wolven die een geschikt territorium zoeken.
Op basis van deze geschiedenis heeft BIJ12 overzichten gemaakt van wolvendata van het afgelopen jaar (2024) en de afgelopen 10 jaar (2015-2024). De overzichten zijn gemaakt met data die bij BIJ12 bekend zijn.
Beleidsuitvoering
BIJ12 verzorgt namens de provincies de beleidsuitvoering van de wolf. Dit omvat de monitoring van wolven, de afhandeling van wolvenschade aan landbouwhuisdieren en de publicatie van de adviesnorm voor preventieve maatregelen tegen wolvenschade (Faunaschade PreventieKit Wolven (FPK).
Data binnengekomen bij BIJ12
Iedereen die vermoedt een wolf of wolvensporen te hebben gezien, kan dit melden bij het landelijke Wolvenmeldpunt van BIJ12. Een team van wolvenexperts beoordeelt alle meldingen om er zeker van te zijn dat het om een wolf gaat. De data van het Wolvenmeldpunt omvat alle gedocumenteerde en gevalideerde wolvenwaarnemingen in Nederland. Daarnaast beschikt BIJ12 over de data met betrekking tot schade aan landbouwhuisdieren.
In de database van het Wolvenmeldpunt zijn waarnemingen vanaf 2015 gearchiveerd. Omdat dit de eerste keer is dat BIJ12 een jaaroverzicht van de data presenteert, wordt er naast de focus op het afgelopen jaar (2024) ook teruggekeken naar de ontwikkeling sinds de start van de registratie van de eerste wolvenmelding in 2015. Alle data in dit jaaroverzicht zijn gepresenteerd op basis van
Leeswijzer
In het jaaroverzicht komen verschillende thema’s aan de orde. Onder andere zijn de volgende aspecten belicht vanuit de monitoring: zekere wolvenwaarnemingen, dode wolven en met DNA aangetoonde individuele wolven. Daarnaast wordt ingegaan op door de wolf veroorzaakte schade aan landbouwhuisdieren in Nederland.
Data Wolvenmeldpunt
De data die gebruikt is voor dit jaaroverzicht, komt uit de database van het landelijke Wolvenmeldpunt van BIJ12 en uit de schadedatabase van BIJ12. De coördinatie en uitvoering van het Wolvenmeldpunt is belegd bij de Zoogdiervereniging in opdracht van BIJ12. Wageningen Environmental Research (WENR) heeft van BIJ12 opdracht gekregen om de genetische analyses van wolvensporen uit te voeren. De database bevat de verzameling van alle gedocumenteerde en gevalideerde wolvenwaarnemingen vanaf 2015. In dit overzicht wordt enkel gebruik gemaakt van gevalideerde data.
Hoe verzamelt BIJ12 waarnemingen?
De waarnemingen in de database van het Wolvenmeldpunt kunnen op twee manieren binnenkomen: via passieve of actieve monitoring. Onder passieve monitoring vallen alle meldingen van wolven en wolvensporen die verkregen worden van derden zonder hier extra inspanning op te leveren. Het betreft dus waarnemingen die bij toeval zijn gedaan. Actieve monitoring is het gericht monitoren en verzamelen van wolvenwaarnemingen, waarbij (actief) gezocht wordt naar sporen of andere waarnemingen, bijvoorbeeld via cameravallen. Actieve monitoring wordt opgestart in gebieden waar herhaaldelijk over meerdere dagen of weken, al dan niet bevestigde, meldingen van wolven worden verkregen. Voor de monitoring van wolven wordt gewerkt volgens het Monitoringplan Wolf.
Welke type waarnemingen zijn er?
Het Wolvenmeldpunt bevat zowel directe (zichtwaarneming van een wolf) als indirecte wolvenwaarnemingen (sporen of prooidieren). In dit overzicht worden de volgende typen waarnemingen onderscheiden als het om monitoringsdata gaat (uit het Wolvenmeldpunt): wolf gezien, loopspoor, uitwerpsel, kadaver van een wild dier en overig (onder andere haren of bloed van wolven).
Wat is gevalideerde data?
In dit overzicht wordt enkel gebruik gemaakt van gevalideerde data die geclassificeerd is als ‘zekere waarneming’. Zekere waarnemingen zijn waarnemingen aan de hand van directe bewijzen (zoals DNA-uitslagen) of aan de hand van indirecte bewijzen.
Gevalideerde data zijn data die door wolvendeskundigen zijn beoordeeld op echtheid. De beoordeling of een waarneming daadwerkelijk een wolf betreft, gebeurt in twee stappen. De eerste stap dient als (voorlopige) validatie en gebeurt in eerste instantie op basis van kenmerken die telefonisch, per mail, via social media of via waarnemingssites al dan niet met foto’s of video's gemeld worden. Als een veehouder bij BIJ12 melding doet van gedode of gewonde landbouw(huis)dieren en het vermoeden bestaat dat de predator een wolf is, neemt een taxateur binnen 24 uur een DNA-monster af. Ook bij andere wolvensporen (zoals een wild prooidier, keutel of haren) kan DNA worden afgenomen om te beoordelen of het om een wolf gaat.
Indien DNA-afname niet mogelijk en/of niet van toepassing is (bij overige waarnemingen zoals zichtwaarnemingen), wordt door wolvendeskundigen beoordeeld of met het beschikbare materiaal beoordeeld kan worden of het daadwerkelijk een wolf betreft (de tweede beoordeling).
Meldingen monitoring Wolvenmeldpunt
Bevestigde wolvenmeldingen 2024
In 2024 ontving het landelijke Wolvenmeldpunt van BIJ12 5.446 meldingen van vermoedelijke wolven(sporen). Daarvan is beoordeeld dat 2.668 daadwerkelijk wolvenwaarnemingen betroffen. Het gaat hierbij om waarnemingen die door het publiek zijn gemeld (passieve monitoring) en om waarnemingen die zijn verzameld vanuit gericht onderzoek (actieve monitoring). Concreet zijn deze meldingen in te delen in zes categorieën: wolf gezien, uitwerpsel, loopspoor, kadaver van een wild dier, dode wolf en overig (zoals bijvoorbeeld wolvenhaar). Hierin zijn dus geen schadedata opgenomen; informatie daarover is te vinden onder de kop Meldingen schadeafhandeling BIJ12.
In Figuur 1 is over 2024 het aantal zekere wolvenwaarnemingen in het Wolvenmeldpunt per categorie vermeld. Het grootste deel (84,9%) van de waarnemingen is bevestigd door wolven die op foto of (wild)camerabeelden zijn vastgelegd (‘wolf gezien’; 2.264 keer). In 14,1% van de gevallen is de aanwezigheid van de wolf bevestigd door middel van wolvenuitwerpselen. De wolf werd minder vaak (0,2%) bevestigd via wilde prooidieren of loopsporen. Dat komt waarschijnlijk doordat er veel bewijsmateriaal aangeleverd moet worden voordat deze waarnemingen met zekerheid toegeschreven kunnen worden aan een wolf.
Figuur 1. Aantal zekere wolvenwaarnemingen per type in 2024 geregistreerd in het landelijke Wolvenmeldpunt van BIJ12 (exclusief schadedata).
Bevestigde wolvenmeldingen: 2015 - 2024
Al sinds 2008 worden waarnemingen van wolven in Nederland geregistreerd in de database van het Wolvenmeldpunt. In 2015 werd voor het eerst met zekerheid een wolf vastgesteld in Nederland. Sinds 2015 hebben wolvendeskundigen conform het Monitoringplan wolf in totaal 8.454 zekere wolvenwaarnemingen bij het Wolvenmeldpunt vastgesteld. Hierin zijn geen schadedata opgenomen; informatie daarover is te vinden onder de kop Meldingen schadeafhandeling BIJ12.
In Figuur 2 is te zien hoe het aantal (bevestigde) wolvenwaarnemingen in de loop van de jaren is toegenomen.
Figuur 2. Bevestigde wolvenwaarnemingen in Nederland 2015 - 2024 geregistreerd in het landelijke Wolvenmeldpunt van BIJ12 (exclusief schadedata).
In Figuur 3 is het aantal zekere wolvenwaarnemingen van 2015 tot 2024 per categorie vermeld. Het grootste deel (80%) van de 8.454 bevestigde waarnemingen betrof wolven die op foto of bewegend beeld werden vastgelegd. In circa 18% van de gevallen werd de aanwezigheid van een wolf bevestigd door middel van wolvenuitwerpselen. Wolven werden minder vaak (<1%) bevestigd via wilde prooidieren of loopsporen. De reden hiervoor is waarschijnlijk dat er veel bewijsmateriaal moet worden aangeleverd voordat dergelijke meldingen met zekerheid kunnen worden toegewezen aan een wolf (zie de vereisten in paragraaf 5.2.4 en 5.2.5 van het Monitoringplan). Daarnaast is de wolf 21 keer (<1%) bevestigd via overige waarnemingen (‘overig’). Bij deze meldingen gaat het bijvoorbeeld om bloed of haren.
Figuur 3. Aantal zekere wolvenwaarnemingen per type over de jaren 2015 - 2024 geregistreerd in het landelijke Wolvenmeldpunt van BIJ12 (exclusief schadedata).
Verspreiding wolf over Nederland
Verspreiding wolf in 2024
In Figuur 4 is te zien waar in 2024 bevestigde wolvenwaarnemingen in Nederland zijn geregistreerd. In de kaart zijn zowel monitoringsdata uit het Wolvenmeldpunt als schadedata opgenomen. Het gaat om zowel gevestigde wolven als wolven die op doortocht zijn, de zogenoemde zwervende wolven.
De rasters hebben een schaal van 10 bij 10 kilometer en voor de kleuring van de rastercellen zijn de richtlijnen uit het Monitoringplan (2019) gevolgd.
Verspreiding wolf 2015 - 2024
Op de website van BIJ12 staat een interactieve kaart over de ontwikkeling van de verspreiding van (geregistreerde) gevestigde wolven in Nederland. Hierop staat waar in de Benelux en Duitsland de afgelopen jaren wolven zijn waargenomen. Op de kaart is aangegeven of het gaat om een individu, paar of roedel. De kaart geeft een goed beeld van de ontwikkeling in de verspreiding en voortplanting van wolven door de jaren heen. De kaart geeft informatie per wolvenjaar. Een ‘wolvenjaar’ start in mei en loopt tot en met april van het jaar daarop. Hierbij wordt rekening gehouden met de biologie en voortplantingscyclus van de wolf.

Figuur 4. Ruimtelijke weergave van alle bij BIJ12 geregistreerde bevestigde wolvenwaarnemingen in 2024. De rasters hebben een schaal van 10 bij 10 kilometer. De kaart bevat zowel zekere waarnemingen van wolven (sporen uit het Wolvenmeldpunt (de monitoringsdata) als de wolvendata verkregen uit de afhandeling van schade aan landbouwhuisdieren.
Dode wolven
Dode wolven 2024
In 2024 werden er 23 dode wolven geregistreerd in Nederland. In veel gevallen kon de doodsoorzaak worden achterhaald. Die doodsoorzaken zijn te vinden in Figuur 5.
In 2024 kwam 82,6% van de dode wolven om in het verkeer. Daarmee is het verkeer de belangrijkste doodsoorzaak van wolven in Nederland. In totaal zijn 16 van de 23 wolven omgekomen in Gelderland (69,6%). De overige zeven wolven kwamen om in de provincies Drenthe (3), Noord-Brabant (2), Utrecht (1) en Limburg (1).
Figuur 5. (Vermoedelijke) doodsoorzaken van geregistreerde dode wolven in Nederland in 2024. Van een aantal wolven is de doodsoorzaak niet met zekerheid te achterhalen. Het gaat daarbij met name om de wolven die vermoedelijk zijn gedood door soortgenoten. Op basis van de omstandigheden en de sectie is de meest aannemelijk doodsoorzaak geregistreerd.
Dode wolven 2015 - 2024
In de periode 2015 tot en met 2024 zijn er 52 dode wolven geregistreerd in Nederland. De aantallen dode wolven zijn de afgelopen jaren sterk toegenomen (Figuur 6). In de meeste gevallen kon de doodsoorzaak met redelijke zekerheid achterhaald worden.
Zoals te zien is in Figuur 7, is net als in 2024 het verkeer doodsoorzaak nummer één van de omgekomen wolven in Nederland (78,8% van de gevallen). In drie gevallen ging het hierbij om een aanrijding met een trein. Opmerkelijk was dat deze treinaanrijdingen in een korte periode achter elkaar plaatsvonden in het najaar van 2023. Bij één aanrijding met een trein is het vermoeden dat de wolf achter een ree aan rende en mogelijk daarom in aanvaring kwam met de trein. Na het verkeer is (vermoedelijke) concurrentie met soortgenoten de op één na meest voorkomende doodsoorzaak. In het kader op de volgende pagina is hier een nadere toelichting op gegeven.
In totaal is ongeveer twee derde van de 52 wolven omgekomen in Gelderland (65,4%). De overige wolven kwamen om in de provincies Drenthe (6), Noord-Brabant (4), Limburg (4), Utrecht (2), Fryslân (1) en Overijssel (1).
Figuur 6. Overzicht van het aantal geregistreerde dode wolven per jaar in Nederland (2015 - 2024). In de jaren 2015, 2016, 2018 en 2019 zijn er in Nederland geen dode wolven geregistreerd.
Van de 52 omgekomen wolven is van 42 wolven het individu aan de hand van het DNA achterhaald. Als het individu bekend is, kan vaak ook de herkomst van de wolf bepaald worden. Van de 42 individuen waren er 22 afkomstig uit Nederland, zeven uit België en zes uit Duitsland. Van zeven individuen is de herkomstroedel onbekend omdat de ouders (nog) niet in de monitoring zijn voorgekomen. Van de overige 10 wolven wordt het DNA nog geanalyseerd, dit zijn dieren die na medio oktober dood gevonden zijn.
Een ecologische toelichting: het doden van soortgenoten
De afgelopen jaren is uit sectie op dode wolven gebleken dat er (vermoedelijk) meerdere wolven zijn gedood door soortgenoten. Dit wordt vermoed op basis van de uitgevoerde sectie door DWHC en WENR waarbij bijtsporen op het overleden dier werden aangetroffen. Een mogelijke verklaring voor de toename is de concurrentie en competitie tussen territoriale roedels. Het aantal wolven in een regio wordt beperkt door de manier waarop wolven leven. Wolven staan geen vreemde wolven toe in hun territorium. In een territorium leven een ouderpaar en hun welpen, eventueel met enkele nakomelingen van het jaar daarvoor. Jongvolwassen dieren verlaten de roedel meestal als ze één of twee jaar oud zijn, soms blijft een enkele langer aanwezig in het ouderlijk territorium. De grootte van territoria kan sterk variëren, en is onder andere afhankelijk van de hoeveelheid voedsel en de concurrentie tussen roedels. Bij een groot voedselaanbod kan een territorium kleiner zijn dan bij een laag voedselaanbod. Als er nog niet veel roedels zijn in een gebied, kan een groot oppervlak worden bezet. Als het aantal roedels en daarmee de concurrentie in een gebied toeneemt, kunnen territoria kleiner worden of verschuiven omdat het lastiger wordt om de buitengrenzen te verdedigen. Zodra er meer wolven leven zoals in een gebied als de Veluwe, gaan dichtheidsafhankelijke factoren een rol spelen. Eén van die factoren is een toename in agressie tussen roedels. Ook de camerabeelden van januari 2024 geven een inkijkje in deze territoriale agressie. Op de videobeelden is het territoriale gedrag tussen roedels te zien. Het betreden van een territorium van een andere roedel resulteert niet altijd in agressie. Dit hangt af van verschillende factoren, waaronder ruimte, tijd en verwantschap. Wolven verdedigen hun territorium pas als zij andere wolven tegenkomen en dus tegelijkertijd in hetzelfde gebied aanwezig zijn. In de paartijd zijn wolven vanwege hormonen driftiger dan in de zomer. Als wolven verwant zijn, zijn ze over het algemeen toleranter naar elkaar.
Figuur 7. (Vermoedelijke) Doodsoorzaken van wolven in Nederland 2017-2024. In de jaren 2015 en 2016 zijn er in Nederland geen dode wolven.
Drie uitgelichte dode wolven
Stroe
Op 1 oktober 2021 werd een dode wolf aangetroffen langs het spoor nabij Stroe. Het onderzoek door het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) en Wageningen Environmental Research (WENR) toonde aan dat het dier doodgeschoten was. Het betreft het eerste bevestigde geval van stroperij van een wolf in Nederland. De wolf is een beschermde diersoort en daarom is het doden van een wolf strafbaar. Op basis van DNA kon worden vastgesteld dat het ging om de wolf GW1490m, de destijds gevestigde mannelijke wolf op de Zuidwest-Veluwe. De politie deed onderzoek met als doel de dader te vinden. Het programma Opsporing Verzocht heeft destijds over deze casus een uitzending gemaakt.
Wapse
Op 9 juli 2023 vond een incident plaats in het Drentse Wapse. Daarbij raakte een dierhouder gewond door een wolf. Dit was de eerste ingrijpende interactie tussen mens en wolf in Nederland. Op grond van de openbare orde en veiligheid heeft de burgemeester van de gemeente Westerveld een noodbevel afgegeven om deze wolf af te schieten. Het gaat om wolf GW3151m, een mannelijke nakomeling van toen circa één jaar oud geboren in de roedel op de Drents-Friese Regio. Er werd een strafrechtelijk onderzoek naar deze zaak opgestart dat door de rechtbank in behandeling wordt genomen.
Bacteriële infectie
In november 2023 werd in een bosgebied op de Noord-Veluwe een jonge wolf dood gevonden in een modderpoel. Uit de DNA-analyse blijkt dat het gaat om individu GW3875m. Dit was een nog onbekend mannelijk individu, hij is bij deze analyse voor het eerst genetisch aangetoond. Het betreft waarschijnlijk een nakomeling van de Noord-Veluwe-roedel. Het dier kon vermoedelijk niet meer uit de modderpoel komen en is kort daarop doodgegaan. De wolf is naar het DHWC in Utrecht gebracht. Daar is hij onderzocht door ecologen van WENR en pathologen van het DWHC.
Uit het pathologisch onderzoek bleek dat deze jonge mannelijke wolf een slechte conditie had. Het dier had geringe vetreserves en een slechte bespiering, wat duidt op een langdurige slechte conditie. De wolf had een zeer uitgebreide buikvliesontsteking met pus in de buikholte veroorzaakt door een bacteriële infectie. Als gevolg van deze ontstekingen had het dier geelzucht. Dit is de eerste wolf in Nederland waarvan uit onderzoek blijkt dat het dier een natuurlijke dood door een bacteriële infectie is gestorven. Meer over het DWHC-onderzoek op deze wolf is te lezen op de website van DWHC.

Eind 2023 werd op de Noord-Veluwe GW3875m gevonden in een modderpoel. Als gevolg van deze ontstekingen had het dier geelzucht. Fotograaf: Marielle van Uitert.
Wat wordt er onderzocht bij dode wolven?
Dode wolven worden in opdracht van de provincies onderzocht op onder andere de doodsoorzaak, eventuele onderliggende (besmettelijke) ziekten en verschillende ecologische aspecten. Het onderzoek wordt uitgevoerd door het Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) en Wageningen Environmental Research (WENR). BIJ12 deelt informatie over dode wolven op bij12.nl/wolf en in de voortgangsrapportages.
WENR doet indien mogelijk sporenonderzoek op de vindplaats van de dode wolf. Daarbij wordt gezocht naar aanwijzingen voor de doodsoorzaak. Vervolgens vervoert WENR de dode wolf naar DWHC.
Daar verrichten WENR en DWHC gezamenlijk onderzoek op het dode dier. WENR richt zich op dierecologische aspecten, zoals leeftijd, geslacht, afmetingen, conditie en voortplantingsstatus van de wolf. Ook neemt WENR DNA-monsters af om het individu te identificeren. De DNA-analyse van dode wolven is onderdeel van de reguliere, periodieke analyses van waarnemingen en schadegevallen.
DWHC, verbonden aan de faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht, verricht het pathologische onderzoek bij dode wolven. Daarbij wordt gekeken naar de doodsoorzaak en eventuele onderliggende (besmettelijke) ziekten. Bekijk hieronder de video die de faculteit Diergeneeskunde van Universiteit Utrecht heeft gemaakt over het pathologisch onderzoek dat het DWHC doet bij dode wolven.
Sectie op een dode wolf door Dutch Wildlife Health Centre (DWHC) en Wageningen Environmental Research (WENR). Bron: DWHC.
Individuen
Wanneer er DNA is afgenomen bij een wolvenspoor (zoals een wolvenuitwerpsel of een prooidier), kan naast de soortbepaling (wel of geen wolf) ook bepaald worden om welk individu het gaat. Ieder individu krijgt een individunummer dat begint met GW (Genetisch wolf), gevolgd door een uniek nummer en de code m (male) of f (female). In dit deel van het jaaroverzicht wordt informatie verstrekt over wolven die op basis van DNA op individu te onderscheiden zijn.
Met DNA aangetoonde individuen 2024
Voor het jaar 2024 zijn de uitslagen van de individubepalingen tot en met medio oktober bekend. In 2024 zijn er tot en met medio oktober 73 verschillende wolven in Nederland via DNA geïdentificeerd. Het aantal wolven dat in Nederland voorkomt (gevestigd en rondzwervend) is hoger dan het aantal met DNA geïdentificeerde individuen, zie het kader Hoeveel wolven leven er in Nederland? in de Voortgangsrapportage voor een schatting van het huidige aantal wolven.
Met DNA aangetoonde individuen: 2015 - 2024 (medio oktober)
Vanaf 2015 tot en met medio oktober 2024 is er in Nederland DNA aangetoond van in totaal 158 verschillende wolven. In Figuur 8 is per kalenderjaar inzichtelijk gemaakt hoeveel wolvenindividuen er per jaar zijn vastgesteld.
Het merendeel van de aangetoonde individuen in Nederland is afkomstig uit de Centraal-Europese wolvenpopulatie (zie ook het kader Historie Centraal-Europese wolvenpopulatie). Drie wolvenindividuen komen van de Alpiene populatie (deze populatie vindt zijn origine in de Frans-Italiaans-Zwitserse Alpen).
De meeste wolven die in Nederland zijn aangetoond, zijn in Nederland geboren: 72 van de 158. Zie Figuur 9. Van 38 wolven is vastgesteld dat zij geboren zijn in Duitsland. 16 wolven zijn geboren in België. Van 32 individuen is de herkomstroedel onbekend omdat de ouders (nog) niet in de monitoring zijn voorgekomen.
Opvallend is dat het merendeel van de wolven dat in Nederland is geïdentificeerd van het mannelijke geslacht is. Van de 158 individuen zijn er 98 (62%) mannelijk en 60 (37,3%) vrouwelijk. Van één individu was het niet mogelijk om het geslacht met het beschikbare DNA vast te stellen. Dit betekent dat bijna 2 op de 3 wolven die in Nederland genetisch zijn vastgesteld, mannelijk zijn.
Figuur 8. Aantal via DNA geïdentificeerde wolven per wolvenjaar. Van 2024 zijn nog niet alle verzamelde DNA-monsters geanalyseerd op individu. Daarom wordt voor 2024 de data tot en met medio oktober weergegeven. Het aantal wolven dat in Nederland voorkomt (gevestigd en rondzwervend) is hoger dan het aantal geïdentificeerde individuen, omdat niet elke wolf met DNA kan worden vastgesteld.
Figuur 9. Verdeling van de herkomstlanden van de via DNA geïdentificeerde wolven. Van 2024 zijn nog niet alle verzamelde DNA-monsters geanalyseerd op individu. Daarom wordt voor 2024 de data tot en met medio oktober weergegeven.
Historie Centraal-Europese wolvenpopulatie
(Bron: De wolf terug in Nederland; een factfinding study, Jansman et al. 2021)
De huidige Centraal-Europese wolvenpopulatie ontstond in de jaren 90 in West-Polen. Deze wolven hadden zich vanuit een beperkt aantal wolven, die zich westelijker bevond, vanuit het Noord-Poolse deel van de Baltische populatie, verspreid.
Wolven zijn pas sinds 1998 beschermd in Polen. Daardoor konden deze eerste roedels maar met moeite overleven als gevolg van verdelging. In 1996 werd de eerste wolf in Noordoost-Duitsland waargenomen na een afwezigheid van 150 jaar. In 2000 werd er weer voor het eerst voortplanting in Duitsland waargenomen. Sindsdien groeide de Centraal-Europese populatie zeer snel, met initieel een jaarlijkse toename van 30%. Dit resulteerde in 2020 in ongeveer 130 roedels in Duitsland en 150 roedels in West-Polen.
Nakomelingen roedels in Nederland
Sinds 2019 vindt er voortplanting plaats van wolven in Nederland. De afgelopen jaren groeide het aantal roedels. Welpen worden vaak als eerste waargenomen op wildcamerabeelden. Ze worden vaak pas genetisch aangetoond als ze ouder worden en meer (vindbare of herkenbare) sporen achterlaten. In Tabel 1 staat een overzicht van het minimale aantal welpen dat over de jaren met wildcamerabeelden bij de roedels is vastgesteld.
Dankzij wildcamerabeelden en genetische informatie is het in sommige gevallen mogelijk om nakomelingen gedurende verschillende generaties te volgen. Dat geldt bijvoorbeeld voor de roedel op de Noord-Veluwe die inmiddels al sinds 2019 actief is in dit gebied.
Twee generaties Noord-Veluwe
Uit wildcamerabeelden van de afgelopen zes jaar blijkt dat er in totaal minimaal 32 welpen zijn geboren in het territorium op de Noord-Veluwe. Van deze 32 welpen zijn er 31 genetisch vastgesteld met DNA. In Figuur 9 zijn alle nakomelingen van de Noord-Veluwe-roedel en die aangetoond zijn via DNA schematisch weergegeven. Op basis van DNA weten we dat zes van deze nakomelingen een eigen territorium binnen Nederland hebben gevonden en drie nakomelingen zijn uitgezworven richting Duitsland en België. Elf nakomelingen vonden de dood en vijf nakomelingen zijn langere periode niet met DNA aangetoond. Vier nakomelingen zijn aangetoond in en rond het territorium van het ouderpaar en twee zijn zwervend door Nederland (Figuur 10).

Tabel 1. Overzicht van het minimale aantal welpen dat over de jaren met wildcamerabeelden bij de roedels is vastgesteld. De jaren waarin de betreffende roedel nog niet was gevormd, worden aangegeven met ‘n.v.t.’. Klik hier voor de digitaal toegankelijke weergave.
Figuur 10. Visuele weergave van de nakomelingen van de Noord-Veluwe-roedel van de afgelopen zes jaar: in Nederland gevestigde nakomelingen met een eigen roedel (lichtpaars) en hun nakomelingen (mosgroen; met cijfers wordt het minimale aantal nakomeling in de tweede generatie weergegeven), nakomelingen die in en rond het territorium van het ouderpaar verblijven (donkerrood), in Nederland zwervende nakomelingen (groen), nakomelingen die zijn uitgezworven naar het buitenland (geel), nakomelingen die dood zijn (grijs) en nakomelingen die al langere periode niet zijn aangetoond (lichtblauw).
Meldingen schadeafhandeling BIJ12
Meldingen vermoedelijke wolvenschade 2024
In 2024 heeft BIJ12 in totaal 917 meldingen ontvangen van vermoedelijke wolvenschade. Twintig meldingen zijn niet opgevolgd, bijvoorbeeld omdat bij de eerste beoordeling bleek dat de schade niet veroorzaakt was door wolf, de melding te oud was om op te volgen of omdat er geen sprake was van schade aan landbouwhuisdieren. Van de 897 opgevolgde meldingen werd bij 770 van deze meldingen wolf via DNA-analyse aangetoond. Tot nu toe is bij 25 meldingen later beoordeeld dat wolf niet uit te sluiten valt. Dit komt erop neer dat in 88,6% van alle opgevolgde meldingen wolf is aangetoond of niet uit te sluiten is. Van tot nu toe 88 meldingen is beoordeeld dat de schade niet door wolf komt. Er zijn 14 meldingen uit 2024 nog in behandeling. Deze verdeling is terug te vinden in Figuur 11. De meest recente schadecijfers staan in het bronbestand op bij12.nl.
Figuur 11. Verdeling aantal schademeldingen per schadeveroorzakende diersoort voor het kalenderjaar 2024.
Meldingen vermoedelijke wolvenschade 2015 - 2024
In de periode van 2015 tot en met 2024 heeft BIJ12 in totaal 2.314 meldingen ontvangen van vermoedelijke wolvenschade. 106 van deze meldingen zijn niet verder opgevolgd en daarom niet meegenomen in het jaaroverzicht, 2.208 meldingen zijn wel opgevolgd. Van de opgevolgde meldingen bleek het in totaal bij 1.828 meldingen te gaan om wolvenschade, of was wolvenschade niet uit te sluiten. Dit komt neer op 82,8% van alle opgevolgde meldingen. In Figuur 12 is de ontwikkeling van de afgelopen kalenderjaren (2015 - 2024) te zien voor het totaal aan opgevolgde meldingen en de opgevolgde meldingen waarbij wolf is bevestigd.
Figuur 12. Ontwikkeling van het totaal aantal opgevolgde meldingen en de opgevolgde meldingen waarbij wolf is bevestigd voor de kalenderjaren 2015 - 2024.
Verdeling bevestigde wolvenschade per type landbouwhuisdier 2024
In kalenderjaar 2024 betrof het merendeel (90,6%) van de schademeldingen waarbij wolf bevestigd is dode en/of gewonde schapen. Daarnaast is er sprake van enkele andere gehouden landbouwhuisdieren als prooidiersoort (Figuur 13), zoals dode en/of gewonde alpaca’s, lama’s, geiten, (mini)paarden, pony’s, pluimvee, runderen of een combinatie van schapen met een andere prooidiersoort, zoals geiten, minipaard en runderen.
Figuur 13. Verdeling bevestigde wolvenschade per type landbouwhuisdier in kalenderjaar 2024.
Verdeling bevestigde wolvenschade per type landbouwhuisdier periode 2015 - 2024
De verdeling bevestigde wolvenschade per type landbouwhuisdier voor de periode 2015-2024 laat een soortgelijk beeld zien als bij kalenderjaar 2024. Het overgrote deel (91,3%) betreft schapen. Op plek twee en drie staan runderen (3,8%) en (mini)paarden/pony’s (2,4%). Ook geiten, alpaca’s, lama’s, damherten, ezels, moeflons en pluimvee komen voor. Tot slot waren er combinaties van meerdere diersoorten tijdens één melding, veelal schapen gecombineerd met een andere diersoort (Figuur 14).
Figuur 14. Verdeling bevestigde wolvenschade per type landbouwhuisdier over kalenderjaren 2015-2024.
Spreiding van meldingen per maand in kalenderjaar 2024
De meeste schademeldingen waarbij wolf is bevestigd (37,2%), vonden plaats in de wintermaanden (december, januari, februari). De minste meldingen waarbij wolf is bevestigd (16,4%), kwamen binnen in de zomer (juni, juli, augustus) (Figuur 15). De toename in aanvallen op landbouwhuisdieren in de nazomer kan verklaard worden uit het feit dat een roedel, door hun opgroeiende jongen, een grotere voedselbehoefte heeft. De jongen zijn in deze periode net zo groot als hun ouders, maar jagen nog niet echt mee.
Figuur 15. Spreiding van schademeldingen waarbij wolf is bevestigd over de maanden voor kalenderjaar 2024.
Spreiding van meldingen per maand voor de periode 2015 - 2024
Kijkend naar de bevestigde wolvenschademeldingen voor de periode 2015 - 2024 is een duidelijke piek te zien in de maand december. Juni is relatief gezien de maand met de minste wolvenschade. Dit komt overeen met de cijfers voor het kalenderjaar 2024, waarbij juni ook de maand met de minste wolvenschade is. Net als in kalenderjaar 2024 is voor de periode 2015 - 2024 een seizoensgebonden patroon te zien: de meeste meldingen (34,5%) vinden plaats in de winter (december, januari, februari) tegenover de minste (16,8%) in de zomer (juni, juli, augustus) (Figuur 16).
Figuur 16. Spreiding van schademeldingen waarbij wolf is bevestigd over de maanden voor de kalenderjaren 2015 - 2024.
Preventieve maatregelen
Preventieve maatregelen in kalenderjaar 2024
Van de 795 bevestigde wolvenschademeldingen uit 2024, was in minimaal 89,8% van de gevallen geen sprake van preventieve maatregelen zoals beschreven in de adviesnorm Faunaschade PreventieKit Wolven (FPK). Bij 3,0% van de meldingen was wel gepoogd preventieve maatregelen volgens de adviesnorm te nemen, maar zijn er gebreken geconstateerd. Voorbeelden van gebreken in het raster zijn een te grote afstand tussen de palen of een onderste draad die hoger hangt dan de voorgeschreven maximale hoogte van 20 centimeter. Bij 3,7% van de meldingen was sprake van preventieve maatregelen zonder dat een gebrek kon worden vastgesteld. In 3,5% van de gevallen is nog geen data over de preventieve maatregelen bekend bij BIJ12 (Tabel 2).
Tabel 2. Overzicht van aanwezigheid preventieve maatregelen bij bevestigde wolvenschademeldingen in kalenderjaar 2024.
Preventieve maatregelen in kalenderjaren medio maart 2022 - 2024
Dierhouders zijn zelf verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen om hun landbouwhuisdieren te beschermen tegen onder andere predatoren. De aan- of afwezigheid van preventieve maatregelen wordt door BIJ12 niet meegewogen bij de uitbetaling van een tegemoetkoming. Desondanks worden tijdens de veldbezoeken gegevens verzameld over de aanwezigheid van preventieve maatregelen. Als er een raster aanwezig is, worden daarover gegevens genoteerd zoals type, aantal draden, hoogte van de draden en gemeten spanning.
Hierbij valt op te merken dat, zeker in de eerste jaren, deze gegevens niet uniform werden verzameld en genoteerd. Van maart 2015 tot en met oktober 2019 zijn geen gegevens bekend over preventieve maatregelen. Van november 2019 tot en met begin maart 2022 zijn de gegevens niet volledig en niet uniform genoteerd; hiermee is begonnen vanaf begin maart 2022.
In Tabel 3 wordt een overzicht gegeven van de preventieve maatregelen van medio maart 2022 tot en met 2024. In de tabel zijn enkel gegevens weergegeven van de casussen waarbij de schadeveroorzakende diersoort wolf was. In 94,1% van de gevallen waren er geen preventieve maatregelen genomen zoals beschreven in de FPK. Bij 3,0% van de meldingen was wel geprobeerd preventieve maatregelen volgens de FPK neer te zetten, maar was er sprake van een gebrek. Bij 2,9% van de meldingen was sprake van preventieve maatregelen zonder dat een gebrek kon worden vastgesteld.
Tabel 3. Overzicht van de aanwezigheid van preventieve maatregelen bij bevestigde wolvenschademeldingen voor de periode van medio maart 2022 tot en met 2024. In de periode vóór medio maart 2022 zijn gegevens betreffende preventieve maatregelen niet of onvolledig geregistreerd.