Afhandeling wolvenschade door BIJ12
Hoefjes van mogelijk ree/edelhert uit een wolvenuitwerpsel. Fotograaf: Mariëlle van Uitert
In de periode van 16 februari tot en met 17 mei 2024 ontving BIJ12 217 meldingen van vermoedelijke wolvenschade aan landbouwhuisdieren.
Binnengekomen schademeldingen
Vier van de 217 meldingen zijn niet verder onderzocht. Tijdens de eerste beoordeling van deze meldingen bleek uit foto’s en een omschrijving van de situatie al dat het niet om wolvenschade ging, of betrof het een melding van een wildprooi of een melding van schade van buiten Nederland. Bij de overige 213 meldingen is wel nader onderzocht of sprake was van schade veroorzaakt door de wolf.
Bij 211 meldingen was DNA-afname tijdens het veldbezoek mogelijk. In 190 van de 211 gevallen bleek uit de DNA-analyse dat het om wolvenschade ging. Dertien keer werd het DNA van hond aangetoond. In zeven gevallen gaf de analyse geen resultaat. Die meldingen zijn of worden (samen met de twee gevallen waarbij DNA-afname niet mogelijk was) nader beoordeeld op basis van veldbezoek, locatie en schadebeeld. In één geval wordt de DNA-analyse nogmaals uitgevoerd.
Negen meldingen waarbij de DNA-analyse geen resultaat gaf of waarbij DNA-afname niet mogelijk was, zijn inmiddels beoordeeld. In vijf gevallen is de schade vermoedelijk veroorzaakt door wolf. In twee gevallen was er geen sprake van predatie, één keer is de diersoort onbekend en één keer is onbekend wat er gebeurd is. De actuele cijfers van schademeldingen zijn terug te vinden in de lijst met gemelde veeschade op bij12.nl.
Verdeling schadeveroorzakende diersoorten 16 februari - 17 mei 2024
Dit betreft alleen de bij BIJ12 binnengekomen meldingen waarbij wolf op voorhand niet kon worden uitgesloten
Het diagram geeft een overzicht van de bij BIJ12 binnengekomen schademeldingen die nader werden onderzocht in de periode 16 februari tot en met 17 mei 2024. Bij deze meldingen bestond het vermoeden dat een wolf de schade heeft veroorzaakt.
Groningen
Bij de enige melding van dode schapen uit de provincie Groningen gaf de DNA-analyse wolf als resultaat.
Drenthe
Vanuit de provincie Drenthe zijn 53 meldingen binnengekomen bij BIJ12. In 46 gevallen toonde DNA-analyse aan dat de schade door wolf is veroorzaakt. In vier gevallen was het resultaat hond. Drie keer leverde DNA-analyse geen resultaat op. Van deze drie gevallen is in één geval beoordeeld dat wolf niet uit te sluiten is, één keer bleek bij nadere beoordeling dat het geen predatie betrof en één melding wordt nogmaals geanalyseerd en staat daarom op ‘nog niet bekend’.
Bij de meeste meldingen waren schapen het prooidier. Daarnaast waren er meldingen over runderen, in beide gevallen kalveren (eenmaal DNA-uitslag wolf, eenmaal DNA-uitslag hond), paarden (eenmaal DNA-uitslag hond, eenmaal DNA-analyse geen resultaat, beoordeeld als vermoedelijk wolf), een geit (DNA-uitslag wolf) en kangoeroes (geen predatie).
Door de taxateur verzamelde swab-monsters voor DNA-onderzoek. Fotograaf: Marielle van Uitert
Fryslân
Vanuit de provincie Fryslân zijn 44 meldingen binnengekomen bij BIJ12. DNA-analyse toonde hierbij 41 keer wolf aan en drie keer hond. De meeste binnengekomen meldingen betroffen dode en gewonde schapen. Bij één melding ging het om zowel schapen als een geit (DNA-uitslag wolf). Daarnaast waren er meldingen over minipaarden (beide meldingen DNA-uitslag wolf), een pony (DNA-uitslag wolf), een paard (DNA-uitslag hond), geiten (DNA-uitslag wolf) en een rund (DNA-uitslag hond).
Flevoland
Vanuit de provincie Flevoland kwamen drie meldingen van vermoedelijke wolvenschade. Bij alle drie de meldingen betrof het één of meer dode schapen en bij één melding ook gewonde schapen. Bij alle drie de meldingen is het DNA van wolf aangetoond.
DNA-analyses duren langer
WENR analyseert in opdracht van BIJ12 de DNA-monsters van (vermoedelijke) wolven voor monitoring en schade. Eén keer per maand wordt de soortbepaling uitgevoerd. Daarbij wordt gekeken of het DNA afkomstig is van een wolf of een ander dier. Eén keer per kwartaal wordt de individubepaling gedaan. Daarbij wordt het individu en geslacht van de wolf bepaald.
Door het toegenomen aantal wolvenleefgebieden en schademeldingen worden er meer DNA-monsters aangeleverd bij WENR. Doordat er meer monsters geanalyseerd moeten worden, worden resultaten later opgeleverd. BIJ12, de provincies en WENR werken aan een oplossing.
Overijssel
Vanuit de provincie Overijssel kwamen negen meldingen van vermoedelijke wolvenschade. Hierbij is acht keer DNA van wolf aangetoond. Bij één melding was het resultaat van de DNA-analyse hond. Acht meldingen betroffen schapen, één melding betrof een dood rund. Bij die laatste melding kwam hond als resultaat uit de DNA-analyse.
Gelderland
Vanuit de provincie Gelderland werd 90 keer melding gedaan van vermoedelijke wolvenschade. Bij 82 van deze meldingen is wolf uit de DNA-analyse gekomen. In vier gevallen is het DNA van hond aangetoond. Bij vier meldingen gaf de DNA-analyse geen resultaat. Die meldingen zijn inmiddels beoordeeld aan de hand van veldbezoek en schadebeeld. Drie keer was wolvenschade niet uit te sluiten. Eén keer was onbekend welke diersoort de schade heeft veroorzaakt. Die melding staat op ‘diersoort onbekend’.
Naast meldingen over dode en/of gewonde schapen waren er in deze periode meldingen over dode en gewonde pony’s, een gewond paard, dode geiten, dode alpaca’s, een dood rund en een dode wallaby. Bij twaalf van deze meldingen is wolf als resultaat uit de DNA-analyse gekomen. De melding van een gewonde pony gaf geen resultaat, maar is beoordeeld als ‘wolf niet uit te sluiten’. Bij de meldingen van het gewonde paard en de dode alpaca kwam hond uit de DNA-analyse. Bij de melding van de dode wallaby gaf de DNA-analyse geen resultaat. Verdere beoordeling van de melding aan de hand van het veldbezoek en schadebeeld gaf geen uitsluitsel over de schadeveroorzakende diersoort, daarom staat deze op ‘diersoort onbekend’.
DNA-onderzoek bij Wageningen Environmental Research. Fotograaf: Marielle van Uitert
Utrecht
Vanuit de provincie Utrecht zijn zeven meldingen binnengekomen bij BIJ12. De meeste meldingen gingen over dode en/of gewonde schapen. Eén melding betrof een gewonde hond. Hierbij was DNA-analyse niet mogelijk, zie ook het kader ‘Kan wolvenschade bij een hond met DNA worden aangetoond?’. Verdere beoordeling van de melding aan de hand van het veldbezoek en schadebeeld gaf geen uitsluitsel, daarom staat deze op ‘onbekend’.
Vier keer is het DNA van wolf aangetoond. Eén keer kwam er hond uit de DNA-analyse. Eén melding leverde geen resultaat op en is verder beoordeeld aan de hand van het veldbezoek en het schadebeeld. Er is beoordeeld dat er geen sprake was van predatie.
Noord-Brabant
Vanuit de provincie Noord-Brabant zijn zes meldingen binnengekomen. Vijf meldingen gingen over dode en/of gewonde schapen. Daarnaast was er één melding van een dode geit. In vijf gevallen werd het DNA van wolf aangetoond. Bij één melding gaf het afgenomen DNA geen resultaat. Deze melding is verder beoordeeld aan de hand van het veldbezoek en het schadebeeld. Hieruit is gekomen dat wolf niet uit te sluiten is.
Overige provincies
Vanuit de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland en Limburg zijn in deze periode geen meldingen ontvangen door BIJ12.
Kan wolvenschade bij een hond met DNA worden aangetoond?
Als een hond is aangevallen door (vermoedelijk) een wolf, is de onderzoeksmethode die Wageningen University & Research (WENR) in opdracht van BIJ12 gebruikt niet geschikt om het DNA van wolf en hond te onderscheiden. Dat geldt voor zowel de soort- als individubepaling.
Honden stammen af van wolven, daardoor lijkt hun DNA sterk op elkaar. Als er DNA van een wolf aanwezig is op een hond, is dat in alle gevallen sterk vermengd met het DNA van de hond. Daardoor is niet met zekerheid te zeggen van welk dier het DNA afkomstig is. Uitsluitsel op basis van DNA-onderzoek is daarom niet mogelijk met de gebruikte methode: de uitslag van zo’n analyse zal hond zijn of is niet te interpreteren.
Een incident tussen een hond en (vermoedelijk) een wolf kan dus niet worden bevestigd met de DNA-methode die wordt gebruikt in opdracht van BIJ12. Wel kan een beoordeling van een wolf-hond-incident plaatsvinden aan de hand van andere bewijzen, zoals sporen, verwondingen, zichtwaarnemingen, camerabeelden en/of foto’s. Daarnaast onderzoekt de provincie Gelderland of er een DNA-methode is die kan bevestigen of een hond is aangevallen door een wolf.
Bij een incident tussen hond en (vermoedelijk) wolf wordt daarom geadviseerd om zoveel mogelijk bewijs te verzamelen, zoals foto’s en DNA-monsters. In overleg met de betreffende provincie kan het DNA mogelijk worden onderzocht.
Onderscheid tussen DNA wolf en hond bij landbouwhuisdieren
Voor het onderscheiden wolven-DNA en honden-DNA op landbouwhuisdieren is de methode die WENR gebruikt in opdracht van BIJ12 wel geschikt. In zo’n geval is het (vermoedelijke) wolven-DNA niet vermengd met het DNA van een nauwverwante diersoort. Hierdoor kan met zekerheid worden vastgesteld of een wolf (of een hond of ander dier) verantwoordelijk is voor de aanval op bijvoorbeeld een schaap.
BIJ12 verleent in opdracht van de provincies uitsluitend tegemoetkomingen in de schade aan landbouwhuisdieren. De gebruikte methode volstaat dus voor de opdracht van BIJ12 aan WENR om wolvenschade op landbouwhuisdieren te bevestigen.