Na tweeënhalve jaar verlaat ik deze zomer het Interprovinciaal Overleg. Mijn tijd bij de vereniging van de twaalf provincies is natuurlijk te kort geweest. Ja, dat vind ik zelf ook, hoewel het een weloverwogen besluit is geweest. Nu ik ben begonnen aan mijn laatste werkdagen bij het IPO kijk ik terug en zie dat we met elkaar in zo’n betrekkelijk korte tijd veel hebben gerealiseerd.

Het is mijn streven geweest dat AV-leden zich ambassadeur gaan voelen van de vereniging. Om ambassadeur te worden moet je goed in positie worden gebracht. Het verenigingsbureau van het IPO heeft daar afgelopen jaren hard aan gewerkt. Ik denk dat daar belangrijke stappen zijn gezet. In de samenwerking tussen bestuur en de Algemene Vergadering zie ik dat de relatie in twee jaar tijd enorm is verbeterd. Bij het laatste diner met alle AV-leden en het bestuur afgelopen maart in Barneveld gaven veel AV-leden dat zelf ook aan. Jullie vertelden dat de informatievoorziening is verbeterd en dat de AV beter wordt betrokken bij belangrijke ontwikkelingen in de vereniging. Deze maandelijkse AV-Update is een van de vele initiatieven die we hebben genomen om de AV goed in positie te brengen.

Het is voor de vereniging van groot belang dat zij met haar AV-leden enthousiaste ambassadeurs heeft. Ik merk dat voor veel Statenleden het IPO op afstand staat. Het is voor hen onduidelijk wat het IPO precies doet en hoe de vereniging bijvoorbeeld tot haar standpunten komt. Dan is het ook niet gek dat Statenleden kritisch zijn op het functioneren van het IPO. Dat is geen verwijt aan die Statenleden maar een opdracht aan de vereniging om nog beter uit te dragen en uit te leggen wat zij doet, hoe zij dat doet en waarom.

Een uitingsvorm van die kritische houding is dat bij de jaarlijkse bespreking van de IPO-begroting veel Statenleden met een rekenmachine erop toezien dat niet meer geld naar het IPO gaat. Het is goed dat Statenleden controleren hoe het IPO het geld dat hun provincie aan de vereniging overmaakt besteedt. Maar het is onverstandig en het getuigt van weinig politieke visie om alleen naar de hoogte van het bedrag te kijken en daarbij als enige maatstaf te hanteren dat dat bedrag niet omhoog mag. Ik durf namelijk te voorspellen dat dat bedrag de komende jaren gaat groeien. En daarbij durf ik bovendien de stelling op te werpen dat het de provincies veel oplevert als zij meer via het IPO gaan samenwerken en als uitvloeisel daarvan meer aan die samenwerking gaan besteden.

Bij het IPO gaat veel aandacht uit naar de Haagse en Brusselse beleidsbeïnvloeding. Het is goed om te weten dat er meer geld gaat naar en meer mensen werken voor de interprovinciale samenwerking bij het gezamenlijk uitvoeren van taken. BIJ12 is integraal onderdeel van de vereniging IPO en keert bijvoorbeeld namens de twaalf provincies aan benadeelden een tegemoetkoming uit voor faunaschade. Ditzelfde IPO-organisatieonderdeel verzamelt voor de twaalf leden data en zet ze om in voor provincies bruikbare informatie.

Juist op deze samenwerking benutten de provincies nog lang niet alle mogelijkheden. Willen de provincies zelf het wiel uitvinden als het om AI gaat of is het slimmer om dat samen te doen? Gaat iedere provincie zelf onderhandelen met partijen in de markt voor de kantoorautomatisering of een vergunningverleningssysteem of levert het geld én kwaliteit op als zij dat samen doen? Gaan de twaalf provincies elkaar beconcurreren op een krappe arbeidsmarkt of zetten we onszelf gezamenlijk in de markt als relevante en interessante werkgever voor mensen die in deze tijd verschil willen maken op de grote opgaven van deze tijd?

De vraag stellen is hem beantwoorden. Volgens mij is de keuze onontkoombaar: meer samenwerking is slimmer, beter en goedkoper. En dus zal er meer geld naar de samenwerking en daarmee naar het IPO gaan. Niet omdat het IPO zo graag meer geld wil hebben, maar omdat het daarmee de samenwerking kan versterken. Daarbij moet het zo zijn dat elke euro die naar het IPO gaat op een andere plek €1,10 bespaart.

De Vereniging IPO heeft ambassadeurs nodig die dat verhaal gaan vertellen.

Ik wens u veel succes, plezier en wijsheid toe bij de mooie taak die u als volksvertegenwoordiger hebt. Dank u voor de fijne en leerzame samenwerking.

Rien Fraanje Algemeen directeur IPO